Ouderenzorg is in Zaanstreek-Waterland een speerpunt. Daarom opnieuw geprogrammeerd: het basiscurriculum Ouderenzorg.
De werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de huisartsenvereniging Midden-Kennemerland en SEZ heeft de afgelopen maanden met zorg gewerkt aan de ontwikkeling van het basis curriculum ouderenzorg. Het basis curriculum ouderenzorg is de vervanging van de Laego bouwstenen.
Doelgroep: koppel huisarts en praktijkondersteuner - Minimaal 10 koppels, maximaal 20 koppels. Kosten €850,- per koppel.
Per nascholingsavond kunt u kosteloos een introducee meenemen. Dat kan iemand zijn met wie u al samenwerkt, of juist iemand met wie u meer zou willen samenwerken. Afhankelijk van het onderwerp die avond, kan dat een fysiotherapeut, ergotherapeut, oefentherapeut, diëtist, wijkverpleegkundige, casemanager of doktersassistente zijn.
Accreditatie wordt aangevraagd voor huisartsen en praktijkondersteuners voor 3 uur per scholingsavond. Organisatorisch is het niet mogelijk om accreditatie toe te kennen aan de introducee. De introducee ontvangt een certificaat van deelname.
Nascholingsavonden
- 05-09-2019 - 1ste bijeenkomst, thema: Zicht op kwetsbare ouderen en grip op medicatie.
- 10-10-2019 - 2de bijeenkomst, thema: Vallen, voeding en bewegen.
- 07-11-2019 - 3de bijeenkomst, thema: De 3 D’s: Dementie, Delier en Depressie.
- 12-12-2019 - 4de bijeenkomst, thema: Advance Care Planning, mantelzorg en eenzaamheid
1ste module - Zicht op kwetsbare ouderen en grip op medicatie.
- Door de toename van het aantal ouderen wordt de ouderenzorg een steeds belangrijker onderdeel van de huisartsenzorg. Niet alleen neemt het aantal ouderen toe, maar ook de complexiteit van de zorg. Daarnaast hebben we te maken met een wirwar van wetten en organisaties. Multidisciplinair werken maakt dat we met veel verschillende professionals en rollen te maken hebben. Dit vraagt goede onderlinge communicatie en afstemming van zorg. Hoe komen we tot proactieve samenhangende zorg?
2de module - Vallen, voeding en bewegen.
- Inhoud: theorie van valfactoren en risicofactoren, zin en onzin van preventie, sarcopenie, het belang van bewegen en voeding voor de kwetsbare ouderen. Sarcopenie komt veel voor bij ouderen: spiermassa en spierkracht verminderen, wat lichamelijk slechter functioneren tot gevolg heeft. Spierzwakke, maar verder gezonde 70-plussers hebben 50 procent meer kans om in het ziekenhuis te belanden dan vergelijkbare leeftijdgenoten met meer spierkracht.
Hoe vaak horen we niet dat ouderen moeite hebben met traplopen, niet meer durven te fietsen of het tillen van een boodschappentas te zwaar is. Vaak houdt het zichzelf in stand: ouderen zijn bang om te vallen en gaan dus minder bewegen. Maar doordat ze minder gaan bewegen treedt er vermindering van spiermassa en spierkracht op waardoor de kans om te vallen alleen maar groter wordt.
De remedie: bewegen! Spieren worden sterker, wat ook weer een gunstig effect heeft op de spiermassa. Hierdoor krijgen ouderen weer vertrouwen in hun lichaam wat het dagelijks functioneren alleen maar ten goede komt.
3de module - De 3 D’s: Dementie, Delier en Depressie.
- Wat gebeurt er bij het ouder worden in de hersenen, wanneer spreken we van vergeetachtigheid en wanneer van dementie. Wat is dementie en wat zijn de verschillende uitingsvormen van dementie. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de drie D’s (Dementie, Delier en depressie) en de ingewikkelde uitingsvormen bij ouderen. Aan de hand van casuïstiek nemen we u mee door bovenstaande onderwerpen
- In deze module komen verder de volgende onderwerpen aan de orde:
- Gedragsproblemen bij verschillende soorten dementie
- Wanneer is verwijzen aan de orde?
- Welke mogelijkheden van diagnostiek zijn er voor de huisarts?
- Wat is de rol van het DOC team en de casemanager?
- Hoe maak je onderscheid tussen een depressie en dementie?
4de module - Advance Care Planning, mantelzorg en eenzaamheid
- Veel kwetsbare ouderen ervaren een langere periode van achteruitgang waarbij een kleine verandering in gezondheid een flinke toename van zorgbehoefte kan indiceren. Ook kan een ontregeling de laatste levensfase inleiden. In proactieve gesprekken bekijkt huisarts, praktijkverpleegkundige en /of de specialist ouderengeneeskunde samen met de patiënt en naasten welke doelen van zorg en behandeling passen bij de waarden en opvattingen van de patiënt en de gezondheidssituatie. Met dit als uitgangspunt wordt vastgesteld wat passende zorg en behandeling is voor de korte termijn en wordt richting gegeven aan passende zorg en behandeling in toekomstige scenario’s.
- Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om langdurige zorg die onbetaald is.
In Nederland zijn er 3,6 miljoen mensen die voor een ander zorgen. 450.000 mantelzorgers voelen zich zwaarbelast of overbelast. De meeste mantelzorgers vinden het vanzelfsprekend om voor hun naaste te zorgen, maar lopen wel tegen tal van problemen aan.
- Eenzaamheid: Nederland kent een dubbele vergrijzing. Het aantal ouderen neemt toe én mensen worden steeds ouder. Naarmate mensen ouder worden en meer fysieke problemen krijgen, hebben ze steeds minder contacten met anderen. Ze verliezen hun partner en hun leeftijdsgenoten. En omdat ze minder mobiel worden, zoeken ze het contact ook minder op. Een derde van de 55-plussers in Nederland heeft last van eenzaamheidsgevoelens. Eenzaamheidsgevoelens belemmeren ouderen in hun functioneren. Eenzaamheid kan leiden tot psychische problemen zoals angst en depressieklachten. Ook kunnen fysieke klachten toenemen. Andere mogelijke gevolgen zijn vervuiling, overlast en betalingsachterstanden. Voor het welzijn van de ouderen is het noodzakelijk hen uit het isolement te halen.