![]() |
De financiering van de zorg is opgebouwd uit kostprijsberekeningen van het handelen van de professionals, van farmacie en hulpmiddelen en uit kostprijsberekeningen van de infrastructuur van onze zorg: stenen, ICT systemen, apparaten. Het sturen op volumes en prijzen van het aanbod in de zorg heeft echter niet geleid tot beheersing of ombuiging van de groei in zorgkosten. Deze 'aanbodfinanciering' loopt op zijn einde. Steeds vaker wordt de discussie gevoerd om de groei in de kosten om te buigen door 'overgebruik', 'ondergebruik' en 'misbruik' te voorkomen. Eén van de strategieën om dit te bereiken is om te sturen op de vraag en behoefte van patiënten: wat heeft iemand nodig om zijn of haar kwaliteit van leven passend bij de gezondheidssituatie, te behouden. Deze strategie vereist een omkering van aanbod- naar vraagfinanciering. Om te sturen met vraagfinanciering is inzicht nodig in inputparameters en uitkomst parameters van de zorg aan groepen patiënten. Wat is de gezondheidssituatie (input), wat is het doel (input), wat is de uitkomst?
De Nederlandse Zorgautoriteit (NzA) bepaald wat er wel en niet gedeclareerd mag worden, wat verzekeraars wel en niet met elkaar mogen onderhandelen. De NzA maakt het voor de huisartsenfinanciering mogelijk om meer en meer afspraken te maken op populatieniveau, en steeds minder op individueel 'verstrekkingen' niveau; meer afspraken over 'de ouderen' in uw praktijk, en steeds minder afspraken over de prijs en aantallen van consulten.
Deze module beschrijft de inkoopstrategieën van verzekeraars en de langzame transitie van aanbod- naar vraagfinanciering en populatiemanagement. Wat betekent dat voor de huisartsen? Hoe 'verkopen' zij de zorg aan de verzekeraars?