![]() |
Onderwerpen en sprekers:
“Zijn hart-en vaatziekten een belangrijke oorzaak van dementie”
Prof. Dr. J. Kappelle, neuroloog, UMC Utrecht
Inherent aan het toenemend aantal ouderen is de dementie waarschijnlijk het belangrijkste gezondheidsprobleem voor de komende decaden. Het wordt steeds duidelijker dat de ziekte van Alzheimer en vasculaire schade hierbij vaak gezamenlijk een rol spelen. Uiteraard kan vasculaire schade in de hersenen op zich ook (ernstige) cognitieve problemen veroorzaken. Gedurende de eerste week na het ontstaan van het herseninfarct worden wel bij de helft van de patiënten geheugenstoornissen beschreven en na één jaar heeft één derde hier nog last van.
In deze voordracht wordt de interactie tussen vasculaire problematiek en dementering besproken, waarbij naast moderne beeldvormende technieken en epidemiologische gegevens ook een aantal adviezen voor de dagelijkse praktijk aan de orde zullen kunnen komen.
“Op weg naar een geïndividualiseerde diagnose, prognose en behandeling bij vasculair bepaalde cognitieve stoornissen”
Prof. Dr. G.J. Biessels, neuroloog, en Dr. H.L. Koek, klinisch geriater, UMC Utrecht
Vaatschade speelt bij veel patiënten met cognitieve stoornissen een rol. Voor die vasculair bepaalde cognitieve stoornissen zijn tal van diagnostische labels in gebruik, zoals vasculaire dementie, post-stroke dementia of ziekte van Binswanger. Die diagnoses leiden echter tot “hokjesdenken” en dekken de lading niet volledig. De term Vascular Cognitive Impairment (VCI) omvat alle vasculair bepaalde cognitieve stoornissen. VCI is voor een individuele patiënt echter ook geen afdoende diagnostisch label.
Op de VCI poli van het Utrecht Stroke Centre streven wij naar een geïndividualiseerde diagnose, prognose en behandeling voor patiënten met vasculair bepaalde cognitieve stoornissen. Aan de hand van een aantal casus zal de heterogeniteit van VCI en het belang van een gedifferentieerde aanpak worden geïllustreerd.
“Palliatieve zorg; Richtlijnen voor de praktijk”
Dr. A. de Graeff, internist-oncoloog, universitair hoofddocent UMC Utrecht en hospice-arts in Academisch Hospice Demeter
Tijdig spreken over het levenseinde en Palliatieve sedatie in het licht van de vergrijzende populatie bij ouderen zal, mede in het licht van multimorbiditeit (dementie, verwardheid, kanker, pijn, CVA), afnemende functionaliteit en cognitieve achteruitgang, een gesprek over toekomstige zorg wenselijk zijn.
Het gesprek over wensen rondom het levenseinde wordt doorgaans niet of pas heel laat in het ziekteproces gevoerd. Dit kan leiden tot noodsituaties en noodoplossingen die voor alle betrokkenen onwenselijk zijn. U zal praktische handvatten aangereikt krijgen hoe en wanneer dit gesprek met de patiënt aan te gaan.
“Ondervoeding bij patiënten met kanker (gebaseerd op landelijke richtlijn)”
Dr. A. de Graeff, internist-oncoloog, universitair hoofddocent UMC Utrecht en hospice-arts in Academisch Hospice Demeter
Van oudsher bestaat het beeld van de patiënt met kanker dat deze slecht eet, ernstig vermagert, ondervoed raakt en in een slechte conditie belandt. Gewichtsverlies en ondervoeding kunnen bij deze patiënten optreden door onvoldoende inname van nutriënten en/of door ontsteking. Het anorexie-cachexiesyndroom wordt gedefinieerd als een multifactorieel bepaald syndroom bij een onderliggende ziekte, waaronder dus kanker, dat zich kenmerkt door voortschrijdend verlies van skeletspiermassa met of zonder verlies van vetmassa; dit kan niet volledig worden behandeld met conventionele voedingsinterventies. Naast progressieve functionele beperkingen leidt de metabole ontregeling ook tot anorexie en een gevoel van snelle verzadiging. Hoe in de praktijk om te gaan met deze problematiek zal in dit symposium uitgebreid behandeld worden.