![]() |
Jaarsymposium Vereniging tegen de Kwakzalverij
Elke huisarts wordt op zijn tijd geconfronteerd met patiënten die zich aan niet-reguliere behandelwijzen overgeven. Het kan bijvoorbeeld gaan over acupunctuur om te stoppen met roken, over voedingsadviezen om ADHD te bestrijden of een verzoek tot een verwijzing naar een als niet-regulier bekendstaande buitenlandse kliniek betreffen, die volgens de eigen verzekeraar wordt vergoed ‘als de huisarts een verwijzing schrijft’. Meestal relatief onschuldig, maar soms ronduit dramatisch, zoals wanneer oncologische patiënten geloof hechten aan oncontroleerbare medische claims van overwegend dubieuze achtergrond.
Wat doet dat met deze patiënten, wat doet dat met hun familie en vrienden, en wat doet dat met hun huisarts? Wanneer zwijg je als professional en wanneer spreek je? Hoever ga je mee om de relatie met de patiënt niet te verstoren en waar ligt de grens?
Dit symposium gaat over het spanningsveld dat niet-reguliere behandelwijzen oproepen in de spreekkamer en daarbuiten. De eerste spreker is huisarts-epidemioloog dr. Marco Blanker, die uit de doeken zal doen hoe het nu echt zit met de claims dat niet-regulier werkende huisartsen goedkopere zorg bieden met behoud van kwaliteit, een verhaal dat in de wereld werd geholpen in een artikel van gezondheidseconoom Kooreman en antroposofisch arts dr. Baars.
Vervolgens komt ethicus prof dr. Dick Willems aan het woord over ethische aspecten van niet-reguliere behandelwijzen, prikkelend onder meer omdat Willems, lid van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) recentelijk mede-opsteller was van het dit voorjaar verschenen (en niet onomstreden) RVS-rapport “Zonder context geen bewijs. Over de illusie van evidence-based practice in de zorg”, waarin het wel lijkt of de deuren naar niet-regulier moeten worden opengezet.
Als derde spreker laat prof dr Maurits van Tulder zien wat de waarde is van de talloze interventies van het bewegingsapparaat, zoals die in de fysiotherapie en zgn. manuele therapie op grote schaal worden toegepast. Zit er koren tussen het kaf?
Tenslotte wordt dit alles geïntegreerd door hoogleraar huisartsgeneeskunde prof dr. Niek de Wit die ingaat op wat al die elkaar tegensprekende beweringen van Jan en Alleman over niet-reguliere behandelwijzen in de spreekkamer van de huisarts voor effect hebben op de huisarts en op de arts-patiënt-relatie, de basis van het huisartsenvak. En hoe kijkt hij aan tegen alternatief praktiserende huisartsen: blijven zij binnen de KNMG-gedragsregels en zijn zij geschikt om co-assistenten en haio’s op te leiden?