![]() |
Interpersoonlijke psychotherapie (IPT) is een kortdurende, focale, steunende gesprekstherapie specifiek ontworpen voor de behandeling van ambulante depressieve patiënten. Naast depressie wordt IPT ook toegepast bij boulimie. IPT is opgenomen in de richtlijnen voor de behandeling van depressie en van eetstoornissen. Daarnaast worden inmiddels verschillende andere psychische stoornissen ook met IPT behandeld. IPT is gebaseerd op de gedachte dat veranderingen in het aantal of de aard van belangrijke relaties een depressie kunnen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
De duur van de behandeling is afhankelijk van een aantal factoren zoals duur en ernst van de depressie. De duur varieert tussen de 8 en maximaal 20 gesprekken. In de behandeling worden één of hooguit twee probleemgebieden uitgekozen om de behandeling op te richten. Bij IPT heeft dit probleem altijd te maken met recente veranderingen in relaties met belangrijke anderen.
We weten dat het werkt, maar hoe? Deze vraag is intrigerend en verdient meer aandacht. IPT kan ook worden toegepast op tal van ziektebeelden en alle vier de focussen zijn inzetbaar. Maar doen we dat ook? Passen we IPT voldoende effectief toe in onze behandelkamers? Naast de effectiviteit van IPT als methode kan ook de effectiviteit vergroot worden door optimalisering van de werkrelatie en andere non-specifieke behandelfactoren. Deze factoren zijn van groot belang maar hoe passen we ze toe?
Vereniging Interpersoonlijke Psychotherapie Nederland organiseert een congres met verschillende interessante en inspirerende sprekers.
Dit jaar willen we ons als congrescommissie richten op de vergroting van de effectiviteit van IPT en proberen zicht te krijgen op de factoren die hieraan kunnen bijdragen. Kortom wat gebeurt er nu echt in de therapiekamer en kan het beter?