![]() |
Supervisie is een leermethode waarin het functioneren van de persoon in het beroep centraal staat. In dit geval het beroep van huisarts. De supervisor gaat in gesprek met een supervisant (in individuele supervisie) of met meerdere supervisanten in een groepje (in groepssupervisie).
De basis voor het gesprek vormt de uitgeschreven inbreng van de supervisant. De inbreng is de beschrijving van een ervaring in de praktijk van de supervisant, waarbij deze een vraag heeft geformuleerd. Bijvoorbeeld: “hoe kan ik in een situatie als deze anders/beter met deze patiënt omgaan?”
De supervisant onderzoekt onder begeleiding van de supervisor de eigen houding in het gebeurde, en analyseert het eigen gedrag. Daardoor wordt de supervisant zich bewust van gevoelens en gedachten, van eigen normen en waarden, verwachtingen en strevingen, en van de manier waarop deze het handelen beïnvloeden. Zo vindt een integratie plaats van de persoon in het beroep, en worden iemands persoonlijk overtuigingen en kwaliteiten in verband gebracht met de eisen die het beroep aan de beroepsbeoefenaar stelt.
De relatie tussen supervisor en supervisant is er een waarin deskundigheid samengaat met vertrouwen. In supervisie is het niet zo dat de supervisor de beroepsbeoefenaar controleert, maar dat deze de supervisor begeleidt in het zelfstandig en geïntegreerd uitoefenen van het beroep. Een stimulerende en voorwaardenscheppende houding kenmerkt de houding van de supervisor. De supervisant stelt zich ontvankelijk op voor feedback en is bereid tot kijken naar zichzelf (reflectie).
De supervisant wordt gestimuleerd geïntegreerd te werken, wat wil zeggen: op een persoonlijke manier, enthousiast en van harte, terwijl de persoon ook kritisch blijft ten aanzien van het beroep. Supervisie heeft dus niets van doen met disfunctioneren. Supervisie is er om zorgvuldig en kritisch te zoeken naar verbeteringen in de beroepsuitoefening, en draagt op deze wijze bij aan kwaliteitsverbetering in de huisartsgeneeskunde.
Degene die de KSC heeft gevolgd is in staat tot het organiseren en uitvoeren van diverse begeleidingsvormen op het gebied van het persoonlijk professioneel functioneren van de huisarts en anderen die uitvoerend werkzaam zijn in de gezondheidszorg. De begeleidingsvormen zijn: