MENU
Advertentie
Advertentie
tijdsduur
ca. 3 uur
organisatie
Instituut Verantwoord Medicijngebruik
kosten
basistarief
€ 20,95
extra prijsinformatie
informatie
gebied:
Somatiek
categorie(ën):
Cardiologie, Interne geneeskunde
onderwerp(en):
Antistolling/trombose, Atriumfibrilleren
ICPC:
B, K
sponsoring
Deze nascholing wordt niet gesponsord.
accreditatie
accreditatie
3
punten
abonnement
e
learning
Direct werkende orale anticoagulantia in de eerste lijn

Deze cursus voor huisartsen behandelt de belangrijkste zaken rondom de toepassing van direct werkende orale anticoagulantia in de dagelijkse praktijk. 

Al 50 jaar gebruiken duizenden Nederlanders vitamine K-antagonisten (VKA’s). Tot voor kort waren deze middelen de enige orale anticoagulantia, die hun toepassing hebben bij onder andere patiënten met atriumfibrilleren of diepe veneuze trombose. Aan deze middelen kleven enkele belangrijke nadelen, zoals de noodzaak om het effect te monitoren en de vele interacties met andere geneesmiddelen en met voedingsmiddelen.

Sinds 2008 zijn er direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s) beschikbaar. Deze DOAC’s waren in eerste instantie alleen geregistreerd voor de preventie van veneuze trombo-embolie na electieve totale heup- en knievervangingen. Inmiddels zijn ze ook geregistreerd voor langdurige toepassing, ter voorkoming van CVA’s en systemische embolieën bij niet-valvulair atriumfibrilleren (nvAF) en voor de behandeling en preventie van (recidief) diepe veneuze trombose (DVT). Daarnaast is één van de DOAC’s geregistreerd voor de behandeling van acuut coronair syndroom (ACS).

Deze cursus geeft inzicht in de toepassing van deze middelen in de praktijk. Het eerste hoofdstuk gaat in op de stollingscascade, hoe de VKA’s daarop ingrijpen en het verschil met de DOAC’s. Aansluitend volgen 4 hoofdstukken over de 4 in Nederland geregistreerde DOAC’s. De laatste hoofdstukken gaan in op de voor huisartsen relevante praktische kanten van de DOAC’s. Onderwerpen die daarbij onder andere aan bod komen, zijn de indicaties, verschillen in dosering, dosisaanpassingen bij verminderde nierfunctie en de aandachtspunten van belang voor het in de praktijk toepassen van DOAC’s, interacties en contra-indicaties. De laatste drie hoofdstukken gaan met name in op de praktische kanten van deze nieuwe groep geneesmiddelen.

Na afronding van de cursus kan de cursist:

  • in het kort de stollingscascade beschrijven.
  • het werkingsmechanisme/aangrijpingspunt van de  VKA’s en DOAC’s benoemen.
  • de voor- en nadelen van DOAC’s ten opzichte van de VKA’s benoemen.
  • aangeven wanneer en hoe te switchen tussen VKA’s en DOAC’s.
  • de indicaties en de verschillen daarin van de afzonderlijke DOAC’s benoemen.
  • DOAC’s in de praktijk voorschrijven met aandacht voor dosering en behandelduur.
  • bepalen wanneer de dosering van een DOAC aangepast moet worden.
  • de belangrijkste aandachtspunten uit de NHG-Standaarden Atriumfibrilleren (2013), Diepe veneuze trombose en longembolie (2015)  en het NHG-Standpunt Anticoagulantia (2016) voor het toepassen van DOAC’s in de huisartsenpraktijk benoemen.
  • omgaan met de praktische aspecten van DOAC gebruik in de praktijk, zoals beleid bij bloedingen, vergeten doseringen e.d.

De cursus sluit af met een digitale eindtoets.

Deze cursus is per mei 2017 volledig gereviseerd. De actuele ontwikkelingen op het gebied van DOAC’s gaan zeer snel. Periodiek verwerken we deze ontwikkelingen in de e-learningcursus.

Hebt u suggesties voor het verbeteren van deze pagina of algemene op- of aanmerkingen met betrekking tot onze website? Laat het ons hier weten!