![]() |
Toxische effecten van geneesmiddelen komen betrekkelijk vaak voor. Zij zijn de meest voorkomende reden voor terugtrekking van geneesmiddelen van de markt.
Na orale toediening wordt de lever als eerste orgaan blootgesteld aan het geabsorbeerde geneesmiddel. Dit kan leiden tot beschadiging van levercellen en verhoogde bloedconcentraties van de daarin aanwezige enzymen, zoals ALAT, alkalische fosfatase (AF) en γGT. Ook de bilirubineconcentratie kan worden verhoogd. De uitingen van deze leverbeschadiging kunnen uiteenlopen van asymptomatische enzymverhogingen tot fulminant leverfalen met als enig mogelijke behandeling een levertransplantatie. Verhoging van ALAT duidt doorgaans op levercelbeschadiging, terwijl verhoging van AF en γGT duidt op galstuwing (cholestase).
Bij hepatotoxiciteit gaat het niet alleen om de verhoging van de leverenzymen of bilirubine, maar ook om mogelijke begeleidende verschijnselen zoals malaise, pijn rechtsboven in de buik, koorts. De interpretatie en het beleid zijn daarvan mede afhankelijk.
Als de patiënt geen klachten heeft en er een verhoogde ALAT-waarde is gevonden die lager is dan 3 x de bovengrens van het normale bereik (< 3 x ULN) kan men afwachten en na een tot enkele weken ALAT nogmaals meten.
Bij stijging tot > 3 x ULN moet gebruik van het betreffende geneesmiddel indien mogelijk onmiddellijk worden gestaakt in verband met de kans op toenemende leverbeschadiging.
Bij ALAT-waarden tussen 3 x ULN en 10 x ULN is het van belang ook andere leverparameters te bepalen, d.w.z. alkalische fosfatase, γGT en bilirubine.
Indien na een of twee dagen deze waarden blijken te stijgen, is het aan te raden de medicatie te staken en de leverparameters te volgen tot zij dalen of weer in het normale bereik zijn.
ALAT-waarden > 10 x ULN zijn in het algemeen reden om allereerst zo mogelijk alle medicatie te staken en vervolgens de patiënt onmiddellijk te verwijzen naar een maagdarmleverarts of hepatoloog.
Na afloop van deze cursus: