Abortus provocatus is sinds 1984 in Nederland geregeld met een wet die in is gegaan na een lange periode van politieke strijd. Twee belangen spelen in deze 'WAZ' een rol. De noodsituatie van de vrouw en de bescherming van het ongeboren mensenleven.
Abortus blijft in het wetboek van strafrecht en is alleen toegestaan in klinieken en ziekenhuizen die beschikken over een speciale vergunning. Er is aandacht voor zorgvuldige besluitvorming, kwalitatief goede medische behandeling, goede nazorg, en aandacht voor conceptie.
De overtijd behandeling valt (nog) buiten de WAZ.
De zuigcurettage is de meest gebruikte techniek voor een 1e trimester behandeling. Daarnaast bestaat er sinds begin deze eeuw ook de mogelijkheid om met de zg. "abortuspil' de zwangerschap af te breken. 2e trimester behandelingen gebeuren met dilatatie en evacuatie, over het algemeen onder algehele narcose, in klinieken met een speciale vergunning.
Ondanks de ruime beschikbaarheid van anticonceptiemiddelen en de goede toegankelijkheid van de gezondheidszorg is een ongeplande zwangerschap nog een probleem. Dat heeft verschillende oorzaken.
Sinds 2000 is het abortuscijfer relatief stabiel. Nederland is koploper met nog steeds een van de laagste abortuscijfers ter wereld. Het aantal abortussen in Nederland ligt in Nederland rond 33.000. Meer dan 90% zijn 1e trimester behandelingen.
Risico groepen zijn o.a. allochtonen en jongeren.
Abortus provocatus is controversieel en is meer dan het afbreken van een ongewenste zwangerschap alleen.