‘Suïcidaliteit: signaleren en interveniëren’ helpt huisartsen meer greep te krijgen op het interventieproces bij patiënten die zich suïcidaal uiten of bij wie een vermoeden van suïcidaliteit ontstaat. Onderzoek wijst uit dat nagenoeg alle mensen die zich suïcideren of een poging daartoe doen, kort daarvoor hulpverleningscontacten hebben gehad. Deze mensen hebben zich daarin niet altijd expliciet uitgesproken, maar ook blijkt dat artsen en andere hulpverleners niet altijd doordringen tot de ernst van de situatie. Ook professionals kunnen te terughoudend zijn. Onderzoek toont echter onmiskenbaar een preventieve werking aan van een directe, open communicatie over de gemoedstoestand van mensen met zelfdodingsoverwegingen.
Het thema is enigszins taboe; de patiënt heeft tegemoetkoming nodig om zijn aarzeling of schaamte te overwinnen. De huisarts krijgt in deze cursus handvatten om suïcidaliteit te signaleren, bespreekbaar te maken én te omgeven met zorg die risico’s vermindert. Na de gedeelde constatering dat er sprake is van suïcidaliteit, is de centrale vraag wat te toen om het acute gevaar af te wenden. Met recht kan gesproken worden van een flitsdiagnose bij een precair issue.
Na het volgen van deze cursus kunt u:
Deze cursus bestaat uit een module en een eindtoets.