De functie van de bekkenbodem is het voorkomen van het uitzakken van de organen van de buikholte. Idealiter zou de bekkenbodem een afgesloten geheel moeten vormen. Dat is niet mogelijk, omdat een drietal orgaansystemen noodzakelijkerwijze door de bekkenbodem heen verlopen. Dit zijn de urethra, de vagina en het rectum. Naast de steunfunctie vervult de bekkenbodem dus ook een rol bij het mogelijk maken van een normale functie van deze drie organen. Stoornissen in de functie van de bekkenbodem veroorzaken functiestoornissen in deze drie orgaansystemen, maar deze functiestoornissen kunnen ook veroorzaakt worden door een intrinsieke stoornis van de orgaansystemen zelf.
Aangezien er niet één definitie bij bijvoorbeeld urine-incontinentie wordt gebruikt vindt men grote verschillen, tot wel een factor 10, in de gevonden percentages. Rekers vond bij vrouwen in Zoetermeer een prevalentie van 26% in de leeftijd vanaf 35 jaar en ouder, terwijl Van der Vaart een prevalentie vond van 57% bij vrouwen in de gemeente Zeist. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd middels een enquête per post. De verschillen worden vooral veroorzaakt door verschillen in de definitie van ernst van het urineverlies. Omgerekend naar aantal vrouwen betekent dat in de studie van Rekers 1.150.000 vrouwen met incontinentie en in de studie van Van der Vaart 1.178.000 vrouwen.
Behandeling van de bekkenbodemstoornissen zijn vaak mogelijk.
Een onderscheid moet worden gemaakt tussen conservatieve en operatieve therapie.
De belangrijkste conservatieve therapieën zijn:
De belangrijkste operatieve therapieën zullen de revue passeren. Een onderscheid moet worden gemaakt ten aanzien van: