Chronisch hartfalen is een probleem dat met de toenemende levensverwachting en betere behandeling van o.a. coronaire hartziekte steeds vaker voorkomt. Tussen de 75 en 84 jaar bedraagt de prevalentie 10% en boven de 85 jaar zelfs 20%. In een gemiddelde huisartspraktijk worden jaarlijks zeven nieuwe patiënten met hartfalen ontdekt.
 
De diagnose is voor de huisarts niet altijd eenvoudig te stellen. In een vroeg stadium van de diagnose zijn de symptomen vaak mild. Daarnaast zijn klachten als vermoeidheid en verminderde inspanningstolerantie aspecifiek en kunnen klachten ook worden toegeschreven aan bestaande comorbiditeit zoals COPD. 
 
Een tijdige diagnose en behandeling is echter gunstig voor het verlengen van de levensverwachting en het verminderen van de klachten. In 2010 is de NHG standaard aangepast en heeft de bepaling van het (NT-pro) BNP een belangrijke plaats gekregen in de diagnostiek bij patiënten met verschijnselen passend bij hartfalen. De ervaring leert echter dat het stroomschema van de NHG-standaard nog weinig wordt gevolgd.  
 
In deze interactieve nascholing komen aan de orde: - pathofysiologie van hartfalen en de verschillende klinische presentaties; - diagnostiek van hartfalen in de eerste en tweede lijn; - behandeling van hartfalen; - transmurale afspraken hartfalen in deze regio.