Belangrijkste leerdoel is huisartsen en praktijkondersteuners voldoende basis te geven om insulinetherapie in de eerste lijn te begeleiden. Nadat u deze cursus gevolgd heeft ben u in staat zelf patiënten in te stellen op insuline en patiënten die al op insuline staan te begeleiden.
De eindtermen zijn dan ook als volgt geformuleerd:
Kennis:
- Fysiologie van de normale insulineproductie, inclusief het verschil daarbij tussen type 1 en 2 diabetes mellitus (DM).
- Relatie insulinebehoefte met voeding, beweging, stress, ziekte en reizen.
- Randvoorwaarden behorend bij insulinetherapie.
- Verschillende fasen van insulinetherapie.
- Zelfcontrole (instructie, educatie, evaluatie).
- Pen/spuitinstructie (instructie, educatie, evaluatie).
- Profielen van de verschillende insulines.
- Moment waarop gestart wordt met insulinetherapie.
- Startschema’s (1dd, 2dd en 4dd insulineregimes).
- Aanpassen van insulineschema's.
- Ontregeling en hoe te reageren (hypo- en hyperglykemie).
- Insulinegebruik bij verre reizen en sport.
- Gevolgen en preventie van spuitinfiltraten.
- Driemaandelijkse en jaarcontrole met betrekking tot insulinetherapie.
Vaardigheden:
- Patiënt kunnen instrueren over zelfcontrole van de bloedglucose en hoe deze te interpreteren
- Patiënt kunnen instrueren over toedienen van insuline.
- Aanpassen insulineschema’s.
De cursist kent hierbij veel zelfwerkzaamheid en wordt "aan de hand meegenomen” bij het instellen van een zelf ingebrachte patiënt.