Onderdelen van deze nascholing zijn onder meer: informatie verstrekken over reanimatie bij volwassenen en kinderen, reanimatie onder speciale omstandigheden en praktisch oefenen met de AED. (Met een AED kan een hulpverlener in bepaalde gevallen een stroomstoot (defibrillatie) toedienen aan een slachtoffer met een hartritmestoornis.)

Behandeld en geoefend wordt onder meer:

• BLS met gebruik van een beademingskapje, en voor artsen met gebruik van een beademingsballon.
• De werking van AED.
• De benadering van het slachtoffer.
• De bediening van de AED volgens een door de ERC geadviseerd schema met het toedienen binnen 90 seconden van een defibrillatie.
• Wat te doen bij bijzondere omstandigheden.
• Onderhoud van de AED.

Aan de training is een praktisch examen verbonden. Na het afsluiten van dit examen met een voldoende resultaat, vindt certificering plaats door de ERC.