De medewerkers van de verpleegafdeling zijn in staat gedurende het zorgproces de patiënt te observeren en veranderingen in het gedrag van de patiënt (of van de bezoeker) te analyseren en tijdig te anticiperen.
De medewerker:
heeft kennis van:
- het verschil tussen grenzeloze zorg en zorgen voor grenzen.
- wettelijke kaders geweldbevoegdheid; noodweer en noodweer exces.
- de interne afspraken (gedragscodes en veiligheidsafspraken iDocs) en kunnen toepassen:gele kaart, rode kaart en route MIM melding kennen.
- de landelijke definitie van grensoverschrijdend gedrag.
- de interventie-modellen; veilige V en C.I.P. model.
- vormen van grensoverschrijdend gedrag (frustratie-, instrumentele- en ongecontroleerdeagressie).
- interculturele verschillen bij ziekte en rouw.
is zich bewust van eigen houdingscommunicatie en het effect daarvan op de ander:
- bepalen van de persoonlijke grens en ernaar handelen, met behoud van de relatie.
- alleen en samen met collega interveniëren bij incidenten/escalatie in een groep.
gaat effectief om met eigen stressreactie:
- invloed vergroten van persoonlijke effectiviteit (toolkit LSD, 4G’s) in communicatie en positionering.
treedt adequaat op bij (be)dreiging:
- de-escaleren van grensoverschrijdend gedrag.
- op adequate wijze hulp in roepen.
- collegiale opvang na een incident.