De deelnemer is na afronding van de training in staat zelfstandig incidenten te analyseren volgens de PRISMA-methode en daarover adviserend te rapporteren.
Inhoud
Kennismaken met de basisbegrippen van de PRISMA-methode.
Maken van een reconstructie en een oorzakenboom van een incident.
Leren incidenten te analyseren naar basisoorzaken en deze van een classificatie te voorzien.
Oefenen met casuïstiek, gericht op de basisbegrippen.
Integreren van theorie en praktijk aan de hand van door deelnemers ingebrachte casuïstiek uit de dagelijkse praktijk.
Formuleren van verbetervoorstellen op afdelings-/instellingsniveau.
Bekend worden met de basisbegrippen van een IGJ rapportage.