![]() |
De eerste lijns gezondheidszorg is om meerdere redenen een bijzondere sector. Eerste lijns organisaties kunnen niet zomaar over een kam geschoren worden met andere zorgorganisaties. In de eerste lijn werken hoog opgeleide professionals veelal samen in kleine organisaties en relatief zwakke organisatorische verbanden. Organisaties in de eerste lijn hebben zich de laatste 10 jaar ontwikkeld van solistische monodisciplinaire zorgaanbieders naar organisaties die geïntegreerde multidisciplinaire zorg aanbieden. Dit vergde een andere manier van (samen)werken en een cultuurverandering die nog lang niet op alle plekken ‘af’ is. Ondertussen dienen zich grote, nieuwe veranderingen aan.
De vermaatschappelijking van de zorg en de veranderende rol van Gemeentes stelt de eerst lijn voor concrete nieuwe uitdagingen. Er wordt veel van de eerste lijn verwacht als het gaat om regievoering, substitutie en wijkgerichtheid. In plaats van ziekte & zorg zou gezondheid & gedrag centraal moeten staan. Het lijkt een kolfje naar de hand van eerste lijns zorgprofessionals. Zij kennen ‘hun’ patiënten en hun context door en door. Of ligt dit toch ingewikkelder? En haalt de wijkverpleegkundige de huisartsenzorg links in? Wie voert echt de regie? De patiënt zelf? Technologisch kan er veel, hoe kunnen we nieuwe technische mogelijkheden goed benutten?
Bij de beantwoording van dit soort vragen kan de kleinschaligheid van de eerste lijns organisatie zich wreken. Het aansturen van deze organisaties (gezondheidscentra, zorggroepen, SOED-en) wordt nogal eens door zorgprofessionals erbij gedaan. Soms part-time soms full-time. De bestuurder heeft geen collega bestuurder, geen uitgebreide staf of een sterk MT. Voordeel is dat bestuurders dicht bij de zorgpraktijk staan, hier tref je geen grote afstand tussen werkvloer en bestuur. Nadeel is dat zij voortdurend richting de werkvloer worden gezogen, wat de ruimte voor bestuurlijke reflectie bemoeilijkt. Hoe komt in een dergelijke context besluitvorming tot stand? Hoe zijn de checks & balances gewaarborgd? En welke rol hebben raden van toezicht hierin?