Deze nascholing maakt onderdeel uit van de cyclus Ephor: Kwetsbare ouderen

De medische zorg voor kwetsbare ouderen is uitdagend. Om de zorg goed te kunnen verlenen is kennis nodig van diagnostiek en behandeling die kan afwijken van richtlijnen en standaarden. Samenwerking tussen verschillende disciplines en met name tussen (huis)arts en apotheker is van belang, omdat zij aanvullende kennis bezitten.

Bij de medische zorg aan kwetsbare ouderen zijn de volgende vragen van belang:

• Wat zijn de ziekteverschijnselen bij een kwetsbare oude patiënt?
• Welke keus maak ik voor de diagnostiek?
• Wat is de balans tussen effectiviteit en veiligheid van farmacotherapie bij kwetsbare ouderen?
• Welke geneesmiddelen hebben de voorkeur?
• Welke doseringen moet ik kiezen?
• Wanneer en hoe moet ik de behandeling stoppen?

De afdeling Geriatrie van het UMC Utrecht en het Expertisecentrum Pharmacotherapie bij Ouderen (Ephor) organiseren samen met PAOFarmacie een reeks van 7 nascholingen voor (huis)artsen en apothekers om kwetsbare ouderen zo goed mogelijk te behandelen. Hierbij komen diagnostiek en behandeling van veel voorkomende aandoeningen aan bod en worden de evidence-based geneesmiddelenrapporten van Ephor behandeld.

Tijdens deze interactieve nascholing is er uitgebreid aandacht voor medicatie en valproblemen en de behandeling van depressieve klachten bij ouderen. Vallen komt veel voor bij ouderen en komt ook vaak als probleem naar voren bij het optimaliseren van polyfarmacie, In het eerste deel wordt uitgebreid stil gestaan bij medicatie die valrisico verhogen en hoe hier mee om te gaan. In het tweede deel komt de diagnostiek en medicamenteuze behandeling depressie bij ouderen bod. Naast interactie met de docenten gaat u ook in kleinere groepen samen aan de slag om uw vragen en ervaringen.

Na het volgen van deze nascholing bent u in staat om:

• het valrisico van een patiënt te inventariseren.
• valrisico verhogende medicatie te herkennen en eventueel aan te passen.
• atypische ziektepresentatie van depressie bij ouderen te herkennen.
• de juiste keuze te maken uit de beschikbare antidepressiva en de juiste dosering te kiezen, evenals de doseerfrequentie en de formulering.
• bijwerkingen tijdig te herkennen en klinisch relevante interacties te vermijden.
• de duur van de behandeling te bepalen en te achterhalen hoe de middelen kunnen worden gestopt.
• gebruik te maken van elkaars kennis en ervaring en zo multidisciplinair samen te werken in de zorg voor kwetsbare ouderen.