Atriumfibrilleren (AF) komt zelden alleen. De meeste patiënten hebben ook hypertensie, diabetes type 2, COPD of andere chronische ziekte en worden om die reden regelmatig gezien door de POH. Van de 60 patiënten met AF uit een gemiddelde praktijk zit meer dan de helft in één van de drie ketens en ongeveer een kwart in de tweede lijn. Door AF is de kans op een herseninfarct sterk verhoogd wanneer zij niet met de juiste bloed verdunnende middelen worden behandeld. De huisarts en praktijkondersteuner kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de juiste behandeling van patiënten met AF.