Thema van 3de netwerkevent voor specialisten ouderengeneeskunde is 'De BOPZ in instellingen'. Het doel van deze avond is om tijdens een ronde tafeldiscussie met elkaar in gesprek te gaan. Deze avond is bedoeld voor BOPZ-artsen en andere BOPZ geïnteresseerde artsen.

Stellingen:

• Jij vindt als BOPZ-arts een afdeling onvoldoende veilig. Je vraagt de afdelingsmanager actie te ondernemen. Deze haalt er zijn/haar schouders over op. Je besluit het er maar voor de lieve vrede bij te laten. De BOPZ-arts heeft over de veiligheid op een BOPZ-afdeling geen zeggenschap, dit is de verantwoordelijkheid van de manager en de RvB.
• Je spreekt een collega BOPZ-arts. Deze blijkt alle meldingen die wettelijk verplicht zijn te doen conform de wettelijke vereisten. Jij vindt dit onzin, want de Inspectie kijkt er toch niet naar. Het doen van meldingen aan de Inspectie in het kader van de wet BOPZ is onnodige ballast en de Inspectie kijkt er toch niet naar dus het is prima dat de BOPZ-arts dit niet doet.
• Op een afdeling worden alle deuren van de cliëntenkamers gesloten, want zo heeft de zorg meer overzicht. De mensen moeten overdag toch in de huiskamer zitten. Een dochter van een bewoonster belt op dat ze het geen werk vindt dat haar moeder haar kamer niet in kan. De moeder blijkt daar inderdaad ongelukkig over te zijn. Er zijn overigens nog meer bewoners die hun kamer in willen. Het is aan het afdelingsteam of de deuren van de kamers worden gesloten en de BOPZ-arts heeft hier geen rol in.
• Er is een man op de PG-afdeling opgenomen met een art. 60 status. Hij geeft heel duidelijk aan naar huis te willen. Hij heeft daar ook een heel logisch en realiseerbaar verhaal bij. Vanwege gevaar is naar huis gaan geen optie. De afdelingsarts vindt het onzin om een RM aan te vragen als u er naar vraagt, omdat hij al een art 60 status heeft. Het is de BOPZ-arts die verantwoordelijk is voor dat patiënten de juiste juridische status hebben en die bepaalt dus of er een RM moet worden aangevraagd.
• Bij een organisatie is het afgesproken dat alle shampoos, zepen, lotions en dergelijke in een afsluitbare kast op de kamer worden geplaatst nadat de ochtendzorg heeft plaatsgevonden. Een zoon klaagt dat dit de zelfstandigheid van zijn vader beperkt. Deze kan niet douchen voordat zich een verzorgende heeft gemeld. Voor sommige bewoners is het onveilig om shampoos zo voor het grijpen te hebben staan. Het is dus gerechtvaardigd om bij alle bewoners de kast met shampoo etc. af te sluiten.

Uitleg werkvorm: Als opzet voor de discussie is gekozen voor de werkvorm van The World Café. Dit is een werkvorm bedoeld om een levendige discussie op te zetten rondom actuele vragen die spelen. De discussie wordt gevoerd aan ronde tafels in kleine groepen van maximaal 8 personen (inclusief de tafelvoorzitter). Na een ronde van 25 min wisselen de deelnemers van tafel waarbij de tafelvoorzitter aan tafel blijft zitten en nieuwe deelnemers verwelkomt. De tafelvoorzitter vat kort samen welke onderwerpen door de vorige groep zijn besproken, tot welke inzichten de groep is gekomen en welke vragen om nader onderzoek vragen. De tafelvoorzitters zullen vervolgens tot een samenvatting van belangrijkste resultaten komen tijdens de plenaire terugkoppeling.