Hypertensie is een probleem waar al jaren mee wordt geworsteld: hoe hoog mag het zijn of hoe laag moet je gaan? Bij de oudere patiënt wordt dit probleem gecompliceerd door co-morbiditeit en polyfarmacie, waardoor meer kans op farmacokinetische en farmacodynamische interacties. De stand van zaken aan de hand van recente literatuur wordt besproken.

Ouderen blijven steeds langer thuis wonen. Belangrijk is om cognitieve achteruitgang tijdig te herkennen, zodat adequate stappen kunnen worden gezet voor het borgen van zorg en ondersteuning van de mantelzorger. Het onderscheid tussen dementie en delier is daarbij niet altijd gemakkelijk. In deze nascholing zullen we daar verder op in gaan mede aan de hand van de huidige richtlijnen.

Met casuïstiek en groepsdiscussie wordt gesproken over euthanasie met als doel dat de huisarts weet welke stappen hij/zij kan en wil zetten als hij/zij geconfronteerd wordt met een vraag over dit onderwerp met name als het een patiënt met dementie betreft.

Leerdoelen nascholing:

• Hypertensie:
  • Kennis hebben van de acceptabele bloeddruk grenswaarden bij ouderen.
  • Op de hoogte zijn van de risico’s van de behandeling van hypertensie bij ouderen.
  • Kennis hebben van de eerste keuze antihypertensiva medicatie bij de behandeling van hypertensie bij ouderen.
• Dementie :
• Kennis hebben van de belangrijkste kenmerken van de meest voorkomende types dementie.
• Kennis over de wijze van diagnosticeren van een patiënt met matige ernstige dementie.
• Op de hoogte zijn van de vervolgstappen na het stelen van de diagnose dementie.
• Weten wat het onderscheid is tussen dementie en delirium.
• Euthanasie:
• Op de hoogte zijn van de richtlijn euthanasie en het wetsvoorstel voltooid-leven.
• Kennis hebben van je eigen standpunt hierin.
• Weten hoe je moet handelen in een situatie waarin je als huisarts een euthanasieverzoek krijgt met name in geval van een patiënt met dementie.