Na het volgen van deze training is de arts of verpleegkundig specialist zelf in staat om, zonder tussenkomst van een cardioloog, een eerste beoordeling van het ECG te doen en een eerste (werk)diagnose te stellen.

De medicatie die Brijder/PG verstrekt of voorschrijft aan cliënten kan resulteren in een verlengde QT-tijd of andere cardiovasculaire problematiek. Om gezondheidsrisico’s te vermijden en op tijd te signaleren worden er elektrocardiogrammen (ECG) afgenomen bij cliënten die in de risicogroep vallen.

Na het volgen van deze nascholing kan de cursist:

• door het maken van een zelftest het eigen kennisniveau m.b.t. de anatomie en fysiologie van het hart en de bloedcirculatie bepalen.
• benoemen hoe het hart en bloedvaten zijn opgebouwd en hoe zij behoren te functioneren.
• deze kennis met behulp van casuïstiek toepassen.

Het afnemen van een ECG kan door een bevoegd en bekwaam verpleegkundige worden gedaan. Het beoordelen van een ECG en het stellen van een diagnose kan alleen door een bevoegd en bekwaam arts of verpleegkundig specialist worden gedaan. Daar waar de beoordeling van het ECG te complex is of bij twijfel wordt het ECG, door de arts of verpleegkundig specialist ter beoordeling doorgestuurd naar een externe cardioloog of anderszins bevoegd en bekwaam deskundige.