Op grond van het klinisch beeld wordt een onderscheid te maken tussen schouderklachten zonder en schouderklachten met passieve bewegingsbeperking.
Signalen van een ernstige oorzaak voor schouderklachten worden beschreven. Er is aandacht voor de anamnese, het lichamelijk onderzoek en de evaluatie van de diagnose schouderklachten. Voorlichting en adviezen bij schouderklachten worden besproken en het beleid zowel medicamenteus als niet-medicamenteus. Tot slot is er aandacht voor de controle en eventuele doorverwijzing van de patiënt met schouderklachten.
De kennis van de anatomie van de schouder wordt opgefrist. Het ruimtelijk inzicht en de kennis van de functionele anatomie wordt onderwezen. Vooral specifieke anatomische kennis voor verantwoorde toepassing van injectietechnieken.
Het schouderonderzoek wordt gedemonstreerd en geoefend.
De nascholing wordt afgesloten met een kennistoets
Leerdoelen/ relevantie huisarts
Het doel van de nascholing is om kennis over het huisartsgeneeskundig handelen bij Schouderklachten op te frissen en te actualiseren
De deelnemer kan de volgens de NHG-Standaard Schouderklachten relevante structuren van de schouder benoemen en aangeven.
Tevens kan de deelnemer het toedienen van een injectie in de sub-acromiale ruimte en in het glenohumerale gewricht demonstreren.
Voorts kan de deelnemer het lichamelijk onderzoek uitvoeren volgens de NHG-Standaard Schouderklachten.