Bij enquête onder twintig specialisten ouderengeneeskunde bleek dat de kennis onvoldoende was  met betrekking tot over wat men wel en niet moet doen als men schouwt na het overlijden, wanneer men de forensisch arts dient te raadplegen en met betrekking tot de mogelijkheid of er wel of niet in huis opgebaard kan worden. In de opleidingen wordt er niet geïnstrueerd op dit onderdeel. Dit bleek voor zowel ervaren artsen als artsen die net hun (basis)opleiding afgerond hadden.

Na de scholing heeft men kennis over de vereisten bij:

• schouwen bij verwacht en onverwacht overlijden.
• omstandigheden in/extern waarom er ook bij verwacht overlijden eerder geschouwd moet worden en wanneer niet in huis opgebaard kan worden.
• weet de arts wanneer met de forensisch arts overlegt dient te worden.
• weet de arts wat onder een niet-natuurlijke dood wordt verstaan.

algemeen doel:

• De kwaliteit van het schouwen bij overlijden in het verpleeghuis is conform de richtlijnen en wordt op eenduidige wijze uitgevoerd.

Doelgroep: basisarts en aios en specialisten ouderengeneeskunde (regio De Zorggroep, Pantein, Archipel, Proteion).

Scholing met begin en eind(kennis)toets door forensisch arts.