Eén op de acht in Nederland geboren vrouwen krijgt in de loop van haar leven borstkanker. De diagnose werd in 2009 bij 13.500 vrouwen gesteld en naar verwachting zullen het er in 2017 meer dan 17.000 zijn. De meeste van hen ondergaan een operatie, maar het aantal patiënten dat daarnaast ook aanvullende therapie krijgt, is gestegen van 34% in 1989 naar 70% in 2009. De sterk gegroeide mogelijkheden van diagnose en therapie leiden tot ‘personalised medicine’, waarbij iedere patiënt behandeld wordt door een multidisciplinair team en een individueel behandelschema krijgt. In dat proces wordt ook de huisarts, door zijn kennis van de (psychosociale) achtergrond van de patiënt, steeds belangrijker. In dit nascholingsartikel is er volop aandacht voor chemotherapieën, hormoontherapieën en ‘targeted’ therapieën, die naast de chirurgie steeds belangrijker worden als adjuvante en neoadjuvante behandeling. Binnen het ASz worden patiënten verwezen naar de Breast Clinic voor diagnostiek. De patiënt wordt hier gezien door de radioloog. Bij afwijkingen heeft de patiënt snel de definitieve diagnose. De verwijzing naar het juiste traject kan dan snel ingezet worden.

Het Albert Schweitzer ziekenhuis biedt vrouwen die vanwege borstkanker chemotherapie krijgen, tijdens de kuur speciale fysiotherapie aan die is gericht op het voorkomen en verminderen van vermoeidheidsklachten. Fitness, onder leiding van oncologisch geschoolde fysiotherapeuten blijk goede resultaten te geven. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat door te sporten de chemotherapie beter wordt verdragen, dat patiënten sneller herstellen en minder last hebben van bijwerkingen. Ook het sociale aspect speelt een belangrijke rol. Het samen sporten met lotgenoten wordt door patiënten als prettig ervaren.

Tijdens alle presentaties zal één casus behandeld worden toegespitst op het onderwerp!

Leerdoelen:
1. De huisarts is beter voorbereidt op het gehele zorgtraject
2. De huisarts weet de patiënt op de juiste wijze te verwijzen naar het BOC
3. De huisarts is op de hoogte van de toekomstige ontwikkelingen
4. De huisarts heeft inzicht in de mogelijkheden die het BOC kan bieden