In de eerste module komt de theoretische achtergrond van de nieuwste CVRM-richtlijn aan bod. Wat is het belang van het CVRM, hoe werkt de risicotabel, wat zijn de belangrijkste veranderingen in de behandeling t.o.v. de richtlijn uit 2006? Op deze vragen krijgt u tijdens de eerste module antwoord. Ook de voorwaarden waaraan de praktijk moet voldoen om het CVRM goed uit te kunnen voeren, worden besproken. Aan de hand van een quickscan die u aan het eind van de eerste module krijgt uitgereikt, wordt de huidige situatie in de praktijk in kaart gebracht. De quickscan kan als tool gebruikt worden voor het maken van een verbeterplan. In de tweede en derde module worden de uitkomsten van de quickscans en eigen casuïstiek/problematiek besproken. De nadruk in module 2 ligt op het includeren van patiënten en het werken met de risicotabel. In module 3 wordt dieper ingegaan op de behandeling en follow-up. Na het volgen van deze leergang bent u voldoende toegerust om cardiovasculair risicomanagement in uw praktijk te implementeren.

Inhoud:

• De theoretische kaders van CVRM.
• Aan de hand van ingebrachte casuïstiek worden problemen bij implementatie besproken.
• Het in de eigen praktijk uitvoeren van quickscans.
• Het maken van een verbeterplan.
• Kunnen werken met de risicotabel.
• Handvatten om onderdelen van het CVRM te implementeren in de eigen praktijk.

Huiswerkopdrachten:

• Aanleveren van casuïstiek.
• Invullen van de quickscan.
• Maken van een verbeterplan.