Aan het eind van de cursus is de huisarts in staat om zelfstandig aanvullend oogheelkundig onderzoek, ook met behulp van de spleetlamp en de oogspiegel, en refractie te verrichten.

De huisarts kan de resultaten van het onderzoek interpreteren en zelfstandig aanvullende oogheelkundige behandeling (waaronder kleine chirurgische ingrepen) verrichten en/of zonodig gemotiveerd (met de juiste urgentie voor nadere diagnostiek) naar de oogarts doorverwijzen.

De kennis en de kunde die de huisarts in alle facetten van de oogheelkunde opdoet tijdens de cursus overstijgt de eindtermen van de huisartsopleiding en de NHG-standaarden ruimschoots.

Door middel van het bijhouden van een portfolio kan de huisarts aantonen dat hij voldoende brede oogheelkundige ervaring in de praktijk heeft opgedaan.
De praktijkvoering van een oogheelkundig bekwame huisarts is aantoonbaar aangepast aan de eisen voor het bijzonder aanbod.