Aan het einde van deze nascholing heeft u kennis van zowel de rechten alsook de plichten die op u als hulpverlener rusten wanneer u bij de uitoefening van uw beroep in contact komt met verschillende soorten van dilemma’s die ontstaan door spanningen in het gezin. Ook zult u in staat zijn om dergelijke situaties in een vroegtijdig stadium te herkennen.

Inhoud van de scholing

Iedere dag ziet u als hulpverlener een veelvoud aan patiënten; van jong tot oud. Tijdens deze nascholing zal met name aandacht worden besteed aan deze jonge groep van patiënten. Veelal is het deze groep die helaas te lijden heeft onder spanningen binnen het gezin. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan (v)echtscheidingen, dementie, en bijvoorbeeld vermoedens van kindermishandeling. In de omgang met deze groep van patiënten rijzen in dat verband– naast zorginhoudelijke en organisatorische vragen – ook een aantal vragen die vanuit juridisch perspectief interessant zijn: Wat is eigenlijk de positie van de minderjarige in de gezondheidszorg? Vanaf welke leeftijd is hij of zij niet meer afhankelijk van de wil van zijn vertegenwoordiger? Bestaat er eigenlijk een recht of een plicht voor de hulpverlener om een (vermoeden van mishandeling) te melden? Hoe verhoudt zich dat eigenlijk in het kader van het beroepsgeheim van de hulpverlener? Brengt de nieuwe wetgeving zoals deze per 1 januari 2015 binnen het sociaal domein in werking is getreden veranderingen met zich mee voor de bevoegdheid van de hulpverlener om gegevens te delen? Wanneer zou het handelen van een huisarts die in aanraking komt met enige vorm van mishandeling klachtwaardig kunnen zijn?

Op interactieve wijze zullen aan de hand van een overzicht van jurisprudentie en casuïstiek de rechten en de plichten van de hulpverlener in deze nascholing worden toegelicht.