![]() |
Er is steeds meer bewijs voorhanden dat het toepassen van cognitief-gedragstherapeutische technieken het klinisch beloop van deze klachten kan verbeteren, ook als huisartsen deze technieken toepassen.
In richtlijnen die het NHG de afgelopen jaren maakte, zijn deze ontwikkelingen steeds meer verwerkt in het aanbevolen handelen van de huisarts. Zo zijn de genoemde technieken ook toepasbaar bij niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen, lage-rugpijn, epicondylitis, en prikkelbaredarmsyndroom. Een cognitief-gedragstherapeutische aanpak wordt ook in de NHG-Standaard Angststoornissen als behandeling van eerste keus besproken. Tevens wordt in het NHG-Cahier voor communicatie en attitude nr. 16 ‘En dat is níet psychisch, denkt u…? Over het omgaan met functionele klachten.’ verwezen naar mogelijkheden om met behulp van cognitief-gedragstherapeutische technieken patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten effectiever te behandelen.