De deelnemers gaan vooral praktisch aan de slag. Voorafgaand aan de flitstraining wordt de deelnemers gevraagd een  eigen leerprofiel in te vullen en deze mee te nemen naar de flitstraining.

Na uitleg over het instrument (leervoorkeurenscan (Situgram) van Twijnstra Gudde) gaan de deelnemers zelf oefenen. Onder begeleiding van de trainer analyseren zij de vooraf ingevulde leerprofielen van de deelnemers zelf. Hierna wordt geoefend met de inzet van interpretaties van het instrument in gesprek met de aios.

• Inzicht hoe hij met gebruikmaking van werkzaamheden van de aios beter kan opleiden in algemene competenties.
• Inzicht dat hij al veel impliciet doet en dit met minimale inspanning kan expliciteren.
• De vaardigheid om in de eigen praktijk werksituaties te structureren en de competenties expliciet een plaats geven.
• Zicht op waar voorbeelden gehaald kunnen worden.
• Inzicht in de analyse en interpretatie van leervoorkeuren
• Bekendheid met de inzetmogelijkheden van leervoorkeuren voor het optimaliseren van het leertraject van de aios
• Geoefend met leervoorkeuren in gesprek met de aios rond IOP of voortgang.
• Lastige’ eigenschappen in het professioneel gedrag van een aios herkennen;
• Onderbuik gevoelens benoemen;
• Constructief verbeterpunten in het professioneel gedrag bespreken.

Na de flitstraining heeft de (plv) opleider:

• Inzicht in de analyse en interpretatie van leervoorkeuren
• Bekendheid met de inzetmogelijkheden van leervoorkeuren voor het optimaliseren van het leertraject van de aios 
• Geoefend met leervoorkeuren in gesprek met de aios rond IOP of voortgang