Cultureel interview.

Leerdoelen:

• De cursist kan de kenmerken, mogelijkheden en beperkingen van het Culturele Interview benoemen
• De cursist heeft een beeld van de relevantie en de inzetbaarheid van het Culturele Interview in de eigen praktijk

Kernboodschap:

Culturele informatie van de patiënt ondersteunt diagnostiek.

Huisartsgeneeskundige relevantie:

Het cultureel interview kan huisartsen helpen de zorgvraag van de patient binnen diens culturele kader te plaatsen.

Identiteitsvorming allochtone jongeren.

Leerdoelen:

• De cursist kan beschrijven hoe jonge allochtone Nederlanders hun identiteit beleven en vormgeven.
• De cursist kan de samenhang van sociale en psychische problemen benoemen.

Kernboodschap:

Er is een relatie tussen identiteitsvorming van jonge allochtonen en sociale en psychische klachten.

Huisartsgeneeskundige relevantie:

Het onderwerp is relevant voor huisartsen omdat het hen helpt jonge patiënten goed te ondersteunen en (eventueel) door te verwijzen.

Huisartsenzorg en allochtone Nederlandse ouderen.

Leerdoelen:

De cursist kan tijdens consulten de problematiek van allochtone ouderen beter beoordelen door meer inzicht in hun sociaal-economische positie , hun ziekte-opvatting en hulpzoekgedrag .

Kernboodschap:

Het toenemend aantal allochtone ouderen vraagt om meer kennis van hun (leeftijds)beleving en achtergrond.

Huisartsgeneeskundige relevantie:

Door meer kennis van de situatie van allochtone ouderen, kunnen huisartsen tijdens consulten en verdere patientbegeleiding beter inspelen op de omstandigheden waarin hun patient zich bevindt.

De huisartsgeneeskundige relevantie van de onderwerpen heeft betrekking op persoonlijke, integrale en continue zorg zoals die in het basispakket van de Landelijke Huisarts Vereniging wordt beschreven:

Persoonlijk: de zorgverlening van de huisarts is persoonlijk vanwege de persoonlijke betrokkenheid van patiënt en huisarts op elkaar en de afstemming van de zorg op de eigen aard en verantwoordelijkheid van de patiënt; hierbij speelt altijd de eigen aard en de interpretatie van de verantwoordelijkheid van de huisarts mede een rol.

Integraal: de zorgverlening is integraal in die zin dat zij het lichamelijk aspect, waarop zij tenminste altijd betrokken is, steeds zoveel mogelijk integreert met de geestelijke en sociale aspecten van het functioneren van de patiënt.

Continu: de zorgverlening is continu in die mate dat zij niet geschiedt per geïsoleerde hulpvraag, maar in beginsel vroegere gebeurtenissen en de verdere levensloop van de patiënt in aanmerking neemt.