![]() |
Niet ieder overlijden is een ‘natuurlijk overlijden’. In dat geval moet de huisarts de gemeentelijk lijkschouwer inlichten. Sinds de nieuwe Wet op de lijkbezorging is dit zelfs verplicht bij ieder overlijden van een minderjarige. Alle reden om uw kennis over natuurlijk en niet-natuurlijk overlijden – met speciale aandacht voor overlijden als gevolg van kindermishandeling – op te frissen en uit te breiden.
Tijdens deze cursus zal degangbare Nederlandse wet- en regelgeving rondom een overlijden worden behandeld, waarbij de nadruk zal liggen op de praktische uitvoering hiervan door huisartsen (inclusief waarnemingssituaties). U leert welke omstandigheden in de omgeving van een overledene van belang kunnen zijn om, in combinatie met strikt medische aspecten, een overlijden te kunnen kwalificeren als natuurlijk. Ook leert u hoe u als onderzoekend arts - bij ontstane twijfel aan een natuurlijke dood - een goed gefundeerde melding kan doen bij de gemeentelijk lijkschouwer.
Aan de hand van vele foto’s en illustraties zal de algemene systematiek van de lijkschouw worden behandeld. Postmortale verschijnselen die kunnen worden aangetroffen zullen hierbij op inzichtelijke wijze aan de orde komen. Ook wordt u gewezen op de mogelijke valkuilen tijdens het onderzoek.
Letsels kunnen voorkomen in allerlei soorten en vormen, en kunnen verschillende oorzaken hebben. U krijgt een overzicht van verschillende letselvormen (roodheid, schaaf- en krasverwondingen, brandwonden, bloeduitstortingen etc). Goed beschrijven en vastleggen en niet direct interpreteren is van groot belang. Valkuilen bij letselbeoordeling worden benoemd en u leert wanneer het nodig is expertise van een forensisch arts in te schakelen.
Leerdoelen
Na de cursus gevolgd te hebben kan de deelnemer: