Workshop 'Voedselallergieën: diagnostiek en therapie' door Jacintha Verhallen (kinderarts) – John Neve (huisarts)

Leerdoelen:

• De huisarts is op de hoogte van de inhoud van de nieuwe richtlijn koemelkeiwitallergie bij kinderen. Relevante symptomen, soorten voedingen en diagnosestelling m.b.v. dubbelblinde voedselprovocaties komen aan de orde.
• Het atopisch syndroom wordt toegelicht met bespreking van de relatie voedselallergie / eczeem. Korte uitstap naar eczeembehandeling wordt gemaakt.
• De huisarts kent het verschil tussen allergie en sensibilisatie en weet de uitslagen van specifiek IgE van voedingsmiddelen op waarde te schatten.
• Voor- en nadelen van specifiek IgE bepalen versus huidpriktesten.
• Beperkte rol voor componentdiagnostiek wordt besproken. In 1e lijn m.i. niet relevant voor kinderen.
• Begrip kruisreactiviteit en oraal allergiesyndroom komen aan de hand van bloeduitslagen en klachten aan bod.
• Begrip anafylaxie wordt besproken. Criteria worden gegeven voor het wel/niet voorschrijven van een adrenaline auto-injector. Tevens worden handvatten gegeven voor de begeleiding van kind en ouders hieromtrent.

Workshop 'gewrichtsklachten, waar struikel je over?' door Nico Hartwig (kinderarts-kinderinfectioloog) – Wouter Boswinkel (huisarts)

Leerdoelen:

• De huisarts is op de hoogte van de kindspecifieke aandoeningen die aanleiding geven tot “mank-lopen”.  Relevante symptomen en beslisbomen voor verder beleid komen aan de orde.
• De huisarts kan het gewrichtonderzoek van heup- en knie-gewricht bij het jonge kind uitvoeren.
• De huisarts kan de laboratoriumgegevens interpreteren in relatie tot de werkdiagnose.
• De huisarts kan een juiste afweging maken bij welke aandoeningen afgewacht kan worden en bij welke spoedverwijzing moet plaatsvinden.
• De huisarts kan een verantwoorde keuze maken van medicamenteuze behandeling van gewrichtsklachten bij het kind.

Workshop 'Luchtweginfecties bij kinderen, wat is afwijkend?' door Gerdien Tramper (kinderarts) – Ingrid de Boer (huisarts)

Leerdoelen:

• Kennis verwerven over meest voorkomende verwekkers van luchtweginfecties bij kinderen.
• Kennis verwerven over de zin en onzin van aanvullende diagnostiek bij een verdenking op pneumonie.
• Kennis verwerven over rationeel gebruik van antibiotica bij een pneumonie  - soort, duur.
• Inzicht verkrijgen in mogelijk onderliggende pathologie bij frequente of abnormaal verlopende luchtweginfecties en eerste aanvullende diagnostiek.