![]() |
Het thema van deze nascholingsmiddag is de ouder wordende militair. De datum waarop militairen met Functioneel Leeftijdsontslag kunnen gaan is verhoogd van net boven de 50 naar inmiddels 60 jaar. En deze leeftijd zou verder kunnen stijgen. Dit heeft invloed op de zorgvraag. De militairen die langer in dienst zijn, zijn onderofficieren en officieren die met het doorlopen van hun loopbaan leidinggevende functies zijn gaan bekleden. Deels nog steeds fysiek zwaar met daaraan gerelateerde aandoeningen. Daarnaast komen door de stijgende leeftijd bij hun meer ouderdom gerelateerde klachten. De eerstelijns militair arts krijgt hier in toenemende mate mee te maken in zijn of haar spreekuur. Er moet een zorgtraject worden ingezet en daarnaast dient de militair arts na te denken welke invloed de aandoening heeft op het functioneren van de oudere militair. Door de aandoening kan het voorkomen dat een militair niet meer kan voldoen aan de basis fysieke eisen die aan een militair worden gesteld en komen dienstgeschiktheid en een verzekeringsgeneeskundig traject in zicht. De ouder wordende militair functiegeschikt en dienstgeschikt houden is voor de organisatie en de militair zelf van belang en preventieve zorgprogramma’s en afgestemde trainingsprogramma’s helpen hierbij.
Al deze facetten komen in de nascholing van 24 september aan bod. Doel van de nascholing is dat de eerstelijns militair arts en de artsen die vanuit hun managementpositie het beleid bepalen inzicht krijgen in ziektebeelden die meer dan voorheen zich in de spreekkamer gaan aandienen. En welke bedrijfsgeneeskundige en verzekeringsgeneeskundige consequenties dit voor de militair zou kunnen hebben. Inzet en ontwikkeling van sportgeneeskundige kennis is een belangrijk middel om ervoor te zorgen dat de militair de fysiek zware eisen, maar wel gerelateerd aan de functie, tot aan einde diensttijd aan kan.
Het programma biedt verder voldoende ruimte voor individuele vragen en discussie.
Deze nascholingsmiddag is bestemd voor militair artsen en wordt verzorgd door medisch specialisten van het Centraal Militair Hospitaal, het Bureau Bijzondere medische Beoordelingen en de afdeling Trainingsgeneeskunde & Trainingsfysiologie van Koninklijke Landmacht.