Communicatie wordt ook wel de smeerolie voor de samenwerking in de praktijk genoemd. We doen de hele dag niets anders en tegelijkertijd is het één van de moeilijkste onderdelen van het vak. Persoonlijke effectiviteit en daarmee de effectiviteit van de praktijk, valt of staat dikwijls met hoe de boodschap overkomt bij de ander. Hoe ga je effectief om met collega’s en patiënten? Hoe communiceer je effectief als leidinggevende en als medewerker? Hoe reageer je zelf op anderen? Hoe benader je een patiënt die boos is of agressief?

Tijdens deze nascholing worden de achtergronden, mechanismen en 'gereedschappen' voor een effectieve, persoonlijke communicatie uitgelegd en geoefend. Er is volop ruimte om zelf lastige communicatieve situaties in te brengen. Er wordt aandacht besteed aan de communicatie tussen collega’s onderling en aan de omgang met patiënten.

De volgende onderwerpen komen aan bod:

• Hoe communiceer ik, wat is het effect van mijn gedrag en communicatie?
• De verschillende communicatievormen (h)erkennen.
• Ontdekken van sterkten en zwakten in eigen communicatie.
• Belemmerende overtuigingen en gedragingen.
• Hoe stuur ik een gesprek? Een heldere strategie naar wederzijds commitment.
• Omgaan met agressie en weerstanden.
• Profileren en beïnvloeden tijdens gesprekken en bijeenkomsten.
• Communiceren met overtuiging en passie.
• Een klik maken met je gesprekspartner.
• Feedback geven en ontvangen.
• Kort en bondig formuleren, zowel verbaal als via de computer.

Leerdoelen

• Je hebt inzicht in jouw communicatiestijl.
• Je kunt jouw stijl afstemmen op anderen.
• Je bent effectiever in jouw communicatie.
• Je krijgt jouw boodschap geaccepteerd.
• Je bent duidelijker en bondiger.
• Je hebt geoefend met feedback.
• Je kunt effectiever met weerstand en agressie omgaan.
• Je komt zelfbewuster over op anderen.

In het programma wisselen theorie en praktijk elkaar af. Naast uitleg en informatie door middel van presentaties en mondelinge toelichting aan de hele groep wordt er ook een beroep gedaan op eigen inbreng. In twee subgroepen ga je via oefeningen en opdrachten aan de slag met de diverse onderwerpen. Er vindt geen toetsing plaats.