![]() |
Robert Rozenberg zal 2x 60 min presenteren.
Hij zal zijn presentatie starten met een huisartsgeneeskundige relevante casus.
Het hoofdonderwerp zal vervolgens zijn inspanningsfysiologie: wat doet sport met een lichaam, wat is training, wat zijn beperkingen, wat kan er getest worden
Ronald van Ingen zal 15 minuten een presentatie houden over inspanningstests zoals de Conconi test.
Leerdoelen:
De huisarts heeft na afloop van de cursus basis kennis omtrent inspanningsfysiologie (wat is het, wat komt er bij kijken, wat kan er getest worden)
De huisarts kan na afloop:
Inzicht geven in metabolisme van een sporter en daarin adviseren, hoe verbrand je vet of hoe train je juist meer cardio.
De verschillende inspanningstests benoemen en is in staat deze gedeeltelijke te interpreteren.
Gericht verwijzen als het gaat om inspanningstest.
Gericht adviseren als het om training gaat. Wat zijn goede adviezen afhankelijk van het conditiepijl van een patiënt
Kortgezegd: De huisarts komt na afloop beter beslagen ten ijs als er een patiënt op het spreekuur komt met sport / trainings gerelateerde vragen. Daarnaast is hij/zij beter in staat om verschillende patiënten een gericht advies te geven.
Gezien de nabije toekomst waarin de huisarts moet gaan verwijzen naar de sportarts (erkend specialisme) is het zeer relevant dat de huisarts beter op de hoogte is van verschillende tests. Daarnaast wordt er steeds meer gesport met behulp van meters (hartslag, wattages etc) hetgeen ook vragen oplevert bij patiënten. Huisartsgeneeskundig dus zeer relevant.