Het doel is om artsen te scholen in het beoordelen van (klinische) competenties en het stimuleren van reflectie.
Specifieke leerdoelen zijn:
- Inzicht in theorieën rondom beoordeling en reflectie
- Leren expliciteren van voorbeelden van “goed” en “fout” gedrag
- Leren verbinden van klinische competenties aan praktijksituaties
- Leren stellen van vragen om reflectie te stimuleren
- Inzicht krijgen in valkuilen bij het beoordelen: welke zijn er en wat kunnen de oorzaken zijn? (zoals halo, leniency, central tendency
De nascholing bestaat uit theorie, een deel zelfstudie en oefenen in de praktijk.