In het maatschappelijk verkeer wordt mondgezondheid vrijwel altijd geassocieerd met de tanden en de kiezen. Mondgezondheid behelst echter meer. Het deel van het lichaam dat bepalend is voor de mondgezondheid strekt zich uit over een groter gebied dan alleen de mond. Dit geheel wordt het orofaciale systeem genoemd. Soms wordt de minder nauwkeurige aanduiding tandkaakstelsel gebruikt. Anatomisch gezien bestrijkt het orofaciale systeem het anterieure gebied vanaf de onderste helft van de schedel tot en met de hals. Binnen dit gebied bevinden zich diverse anatomische structuren die onderdeel zijn van het orofaciale systeem, maar die ook als aparte entiteiten kunnen worden beoordeeld, zoals de tong, de tonsillen, de neus, de naso-, oro- en hypofarynx, de larynx, de lymfeklieren, de speekselklieren, de temporomandibulaire gewrichten en de tanden en kiezen.
Deze nascholing is het tweede deel over de belangrijkste aspecten van mondgezondheid. Beide delen geven informatie over hoe een huisarts mondongezondheid kan herkennen, over wat een huisarts kan en/of moet doen en over de mogelijkheden tot doelmatige samenwerking met een tandarts of een lid van het mondzorgteam van een tandarts. In deel I zijn de dentitie en het parodontium besproken. Dit tweede deel gaat over de orale slijmvliezen, de tong, de speekselklieren, het speeksel, de temporomandibulaire gewrichten en halitose.
Na afloop van deze nascholing kunt u: