Geneesmiddelenbijwerkingen komen zeer veel voor en de incidentie ervan neemt toe, mede gezien de toenemende polyfarmacie. Ook komen geneesmiddelenbijwerkingen vaker voor op oudere leeftijd, zodat ook de vergrijzing bijdraagt aan deze toename.
Betrouwbare incidentiecijfers zijn niet voorhanden, maar verschillen zeer sterk per geneesmiddelengroep, ongeveer van 1 tot 10% van alle geneesmiddelvoorschriften. In Nederland zijn 2,4% van alle ziekenhuisopnames te danken aan geneesmiddelenbijwerkingen en zelfs 5,6% van alle acute opnames.
Alle orgaansystemen kunnen betrokken zijn bij bijwerkingen, maar de huid is het vaakst aangedane orgaan. De bekendste vormen zijn het maculopapuleuze exantheem (ca. 90%) en een urticariële reactie (ca 5%). Daarnaast komen, veelal zeldzaam, zeer veelvormige geneesmiddelenreacties voor, maar ook verergering van preëxistente huidaandoeningen en langetermijnbijwerkingen zoals neoplasie. Daarnaast zijn er nog de bijwerkingen van immuunmodulerende medicatie, onder andere gevoeligheid voor (super)infecties. Bij huidbijwerkingen van cytostatica moet ook gedacht worden aan stomatitis/aphtosis, haaruitval en hyperpigmentatie. Ook fototoxiciteit komt voor, dit is met name bekend bij cytostatica. Bij urticaria wordt snel gedacht aan een allergische reactie, echter van alle gevallen van urticaria wordt minder dan 10% veroorzaakt door een geneesmiddelenreactie.
Deze cursus heeft tot doel oog te krijgen voor ongewenste geneesmiddelenbijwerkingen, met name degene die zichtbaar zijn op de huid en slijmvliezen.
De leerdoelen worden gerealiseerd aan de hand van (inter)actieve bestudering van zes casussen.
De cursus bestaat uit een module en een eindtoets.
Door het volgen van deze cursus: